Bestuurlijke ontwikkelingen

Omgevingsbewuste provincie in verbinding met de samenleving
Het in 2017 aangetreden kabinet heeft verschillende ambities geformuleerd. Van belang is het Interbestuurlijke Programma (IBP) dat in februari is gestart. Dit programma bevat een gezamenlijke bestuurlijke aanpak voor de belangrijke maatschappelijke opgaven, zoals energietransitie, klimaatadaptatie en circulaire economie. Die spelen op meerdere schaalniveaus en oplossingen liggen niet in het bereik van één overheidslaag. Ze zijn alleen op te lossen als gemeenten, provincies, waterschappen en/of Rijk gaan samenwerken met maatschappelijke partners (bedrijfsleven, maatschappelijke en kennisinstellingen). Dit wordt verder uitgewerkt.
Onze lobby heeft in ieder geval geresulteerd in concrete aandacht voor de Utrechtse regio. Food Valley, het Groene Hart, bereikbaarheid Utrecht en het Utrecht Science Park zijn allen genoemd in het regeerakkoord. Dit moet het komende jaar worden verzilverd. Wij gaan daarom veel aandacht besteden aan het verder profileren van de provincie in politieke en ambtelijke netwerken. Wij bouwen onze netwerken verder uit bijvoorbeeld door middel van werkbezoeken en pakken de belangenbehartiging zoveel mogelijk samen met de regionale partners op. Er wordt gewerkt aan een regionale Public Affairs (PA) strategie.
De Staat van Utrecht is belangrijk als informatiebron, omdat het vele thema’s en indicatoren omvat die samen een beeld geven van het woon-, werk- en leefklimaat in de 26 Utrechtse gemeenten. In mei 2018 verscheen een nieuwe special van de Staat van Utrecht: Groen in en om de stad. Verschillende onderzoeken en indicatoren worden met elkaar in verband gebracht om te kijken hoe het in de provincie staat met het groen in en om de stad. In het voorjaar van 2019 zal een compleet vernieuwde Staat van Utrecht verschijnen.

Versterken regionale samenwerkings- en uitvoeringskracht
Naarmate de samenleving zich verder ontwikkelt, veranderen de belangrijke maatschappelijke opgaven ook binnen de provincie Utrecht in aard en omvang. We zien dat gemeenten belast worden met meer taken; denk aan de decentralisatie van de jeugdzorg in 2015 en de aanstaande Omgevingswet, die van gemeenten vraagt allesomvattende omgevingsvisies en -plannen op te stellen in samenspraak met de omgeving. Daarbij komt dat veel van de veranderingen op maatschappelijk en economisch vlak zich steeds meer manifesteren op het regionale niveau. Zoals gezegd zijn er vaak meerdere partijen (op verschillende schaalniveaus) belangrijk bij de aanpak van de opgaven. Gemeenten zoeken elkaar daarom op om te gaan samenwerken, op formele (bijvoorbeeld Wgr, DVO of centrumgemeenteconstructie) of informele (netwerksamenwerking U10) wijze, of door te fuseren, ambtelijk of bestuurlijk (herindeling). Dit vraagt om een andere rol van de provincie. Om grip te krijgen op de regionale samenwerkings- en uitvoeringskracht wordt een visie op regiovorming opgesteld die inzicht moet geven en handelingsperspectieven gaat bieden. Het streven is deze visie begin 2019 gereed te hebben.
Voor wat betreft herindeling stelt het kabinet dat blauwdrukken van bovenaf niet werken, maar dat het proces helemaal van onderop laten komen ook niet altijd een optimaal resultaat oplevert. In het regeerakkoord stelt het kabinet dat een proces van herindeling gewenst is voor gemeenten die langjarig en in hoge mate afhankelijk zijn van gemeenschappelijke regelingen voor essentiële taken. Het is dan aan de provincie de herindelingsprocedure te starten wanneer een herindeling noodzakelijk wordt geacht. De op dit moment gewenste invulling van de rol van de provincies binnen het herindelingsproces is echter door het Rijk nog niet eenduidig aangegeven.

Herindeling Vijfheerenlanden
Het betreft de samenvoeging van de gemeenten Leerdam, Vianen en Zederik en de wijziging van de grens tussen de provincies Utrecht en Zuid-Holland.
Op 19 april 2017 heeft u het herindelingsadvies Vijfheerenlanden vastgesteld en aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) gezonden. De minister van BZK heeft het concept wetsvoorstel Herindeling Vijfheerenlanden in december 2017 aan het parlement ter besluitvorming aangeboden.   Op 24 april 2018 is het wetsvoorstel aangenomen in de Tweede kamer en doorgezonden aan de Eerste kamer. Naar verwachting wordt de behandeling voor de zomer afgerond. De gemeenteraadsverkiezingen zijn gepland op 21 november 2018.Intussen wordt door een Begeleidingscommissie (voorgezeten door BZK met leden: provincies Zuid-Holland en Utrecht en de drie gemeenten) het ontvlechtingsproces van de wettelijke samenwerkingsverbanden vormgegeven en begeleid. Mede op verzoek van de drie gemeenten en beide provincies heeft BZK een procesbegeleider aangesteld die de voortgang van deze processen bewaakt en rapporteert aan de Begeleidingscommissie.
Daarnaast is het overleg met Zuid-Holland gestart over zaken die van belang zijn bij de overgang van het gebied naar Utrecht (de overgang van rechten en verplichtingen op basis van de Wet arhi). Voordat op 1 januari 2019 de nieuwe gemeente Vijfheerenlanden start, zal de provincie  aangeven (publiceren en bekendmaken) welke regels, plannen enz. van toepassing worden verklaard op het overgaand gebied van Leerdam en Zederik.
De drie gemeenten zijn per 1 januari 2018 ambtelijk gefuseerd.

Eemnes
Gedeputeerde staten van Noord-Holland hebben op 7 november 2017 besloten om de provinciale herindelings-procedure voort te zetten voor de gemeenten Huizen, Blaricum en Laren en een herindelingsontwerp voor te bereiden voor een fusie van deze gemeenten. Medio september 2018 stellen GS van Noord-Holland het ontwerp vast. Dit besluit betekent mogelijk het einde van de BEL-samenwerking en heeft dan gevolgen voor de toekomst van Eemnes. Voor de raad van Eemnes is zelfstandigheid van Eemnes het uitgangspunt. In verband met de regionale ontwikkelingen in Noord-Holland en de nationale ontwikkelingen verwoord in het regeerakkoord over versterking van het openbaar bestuur heeft Eemnes met Baarn de mogelijkheden van ambtelijke samenwerking laten onderzoeken. Op basis van het onderzoeksrapport zien beide gemeenten mogelijkheden voor een ambtelijke fusie als de BEL-samenwerking stopt.
Wij zijn in overleg met Eemnes over hun bestuurlijke toekomst in regionale context en parallel in gesprek met  GS van Noord-Holland over een zorgvuldige borging van een mogelijke beëindiging van de BEL-samenwerking in het kader van genoemde herindelingsprocedure.

Samenwerking IJsselstein – Montfoort
De gemeenten IJsselstein en Montfoort zijn ambtelijk gefuseerd sinds 1 januari 2014. Hiervoor is een organisatie opgericht, de Gemeenschappelijke Regeling UW Samenwerking (GR UW), waarin al het personeel is geplaatst en waaruit beide zelfstandige gemeenten worden bediend. De raad van de gemeente IJsselstein heeft op 20 december 2017 besloten tot het opheffen van de op de ambtelijke fusie gebaseerde samenwerking met Montfoort en heeft het college opgedragen het besluit  tot uittreding/opheffing van de GR UW Samenwerking te nemen. Dit besluit heeft het college op 21 december jl. genomen. Hiermee is een eerste stap in het ontvlechtingsproces gezet, dat nu vorm en inhoud moet gaan krijgen. Doel is opheffing van de GR UW Samenwerking per 1 januari 2020 of zoveel eerder als mogelijk. Naast het ontvlechtingsproces dienen beide gemeenten hun eigen ambtelijke organisatie in te richten waarin het huidige personeel van UW Samenwerking geplaatst kan worden. Op initiatief van IJsselstein en met instemming van Montfoort is GS gevraagd of zij een rol op zich wil nemen in dit gehele traject. Op dit moment wordt bezien wat een geschikte aanpak is.

Participatie
Er wordt onderzoek gedaan naar hoe wij op eenduidige wijze invulling kunnen geven aan toekomstige participatietrajecten enerzijds en (inwoners)initiatieven anderzijds zonder daarbij de mogelijkheid tot maatwerk uit het oog te verliezen. Momenteel worden op het gebied van participatie de geformuleerde richtlijnen voor de omgevingswet als maatstaf gebruikt. Het onderzoek moet leiden tot een te formuleren kader voor participatietrajecten en inwonersinitiatieven dat ons gaat helpen op een eenduidige manier participatietrajecten te optimaliseren en optimaal gebruik te maken van inwonersinitiatieven. Een kader dat ook de inwoners zelf inzicht geeft in hoe hun inbreng tot resultaten leidt. Als het gaat om (inwoners)initiatieven dan zien we dat er sprake is van een grote hoeveelheid aan initiatieven, maar dat voor de behandeling hiervan een uniforme werkwijze ontbreekt. Statenleden zijn actief benaderd om aan dit onderzoek mee te werken. Het kader zal breed in de ambtelijke organisatie geïmplementeerd worden. Besluitvorming door GS en PS wordt in de tweede helft van dit jaar voorzien.

Verbonden partijen
Op 5 februari 2018 is de Nota Verbonden Partijen door PS vastgesteld. Er is gekozen de nota geheel te herzien in plaats van te actualiseren. Belangrijke aanpassingen liggen op het terrein van de verantwoording. Zo is de gehele paragraaf Verbonden Partijen met ingang van de begroting 2018 aangepast conform het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording). Expliciet is aandacht gegeven aan de invulling van de eigenaarsrol in relatie tot de opdrachtgeversrol en de zienswijzeprocedure is aangepast.