Focus voor laatste bestuursjaar

Voor alle portefeuilles en met de thema’s uit het coalitieakkoord in ogenschouw komen we vervolgens tot een focus op onderstaande resultaten.

  1. Ruimtelijke Ontwikkeling

1.1 Woningbouw
Provincie neemt interbestuurlijk zijn verantwoordelijkheid bij het realiseren van de woningbouwopgave in deze provincie (op korte en lange termijn)

1.1.1 Interbestuurlijk gedragen visie op de woningbouwopgave 2050, waarbij we de ambities uit het coalitieakkoord hanteren. De visie is onderdeel van het Koersdocument Omgevingsvisie.

1.1.2 Een Actie Agenda Woningmarkt die volop in uitvoering is, met inzet van alle betrokken partijen. De provincie neemt het initiatief voor oprichten van een platform, verschillende netwerkactiviteiten en een netwerkbureau. We geven aan hoe kennisdeling en netwerkopbouw een impuls geven aan vernieuwing van de woningmarkt en tot welke resultaten de actie agenda leidt.

1.1.3 Opgave: minimaal  7000 nieuwe woningen in de provincie voor 1/2/19. De inzet van provinciaal instrumentarium moet de woningbouw versnellen. We laten zien hoe onder andere  de inzet van een aanjaagteam doorstroming, de inzet van een versnellingsteam en een 100-dagen challenge bijdraagt aan de woningbouwopgave.

1.2. Omgevingswet/-visie
De Omgevingswet en Omgevingsvisie (en het digitale stelsel dat in dit kader wordt ontwikkeld) betekenen een fundamenteel andere (en meer dan ooit integrale) aanpak in het fysieke domein. Vanwege de omvang en verstrekkendheid betekent dit interbestuurlijk (op alle niveaus en op de verbinding daartussen) een forse opgave.

De inwerkingtreding van de Omgevingswet is uitgesteld van 1 juli 2019 naar 1 januari 2021. In september 2017 hebben PS dit uitstel aangegrepen om het participatieproces rondom het opstellen van de omgevingsvisie zorgvuldig te doorlopen met onder andere een tussenstap met een koersdocument. De aanpak van de provincie is erop gericht om binnen de (nationale) planning op een vernieuwende interactieve manier (passend in de geest van de nieuwe wet) te komen tot invoering van de Omgevingswet en alles wat daarvoor nodig is.

1.2.1 Een door PS vastgesteld koersdocument, wat met een brede betrokkenheid van maatschappelijke partners en Utrechtse samenleving is opgesteld

1.2.2 Voorbereiden van de provincie op de komst van de Omgevingswet samen met de regionale partners, IPO en Rijk. Dit met onder andere het opstellen van een position paper met de Utrechtse inbreng voor de Nationale Omgevingsvisie en 5 experimenten om te leren werken met de wet en organisatie van de Utrechtse Omgevingswetdag 2018.

  1. Landelijk Gebied

2.1 Vitaal platteland
De provincie heeft een belangrijke verantwoordelijkheid voor het landelijk gebied waarin een groot aantal maatschappelijke opgaven (‘transities’) samen komen. Op dit moment wordt gewerkt aan een nieuwe landbouwvisie de transitie van de landbouwsector ondersteunt. Ook verkent de provincie op dit moment met andere overheden de mogelijkheid om tot een aantal regiodeals voor een aantal gebieden. Dit betreft vooralsnog:

  • FoodValley (samen met provincie Gelderland, Regio FoodValley en LNV)
  • Veenweidegebied Groene Hart (samen met provincie Zuid-Holland, Woerden, Gouda, Alphen en LNV)

De uitvoering van ons beleid voor het landelijk gebied doen we via het programma Agenda Vitaal Platteland (AVP). Hierbij staat het samenwerken met twee gebiedscommissies centraal. De werkwijze is een voorbeeld hoe invulling kan worden gegeven aan participatie en co-creatie.
Om de komende AVP-periode doelmatig vorm te geven gaan we in 2018 de huidige werkwijze evalueren. Verder is er aanleiding om de governance binnen AVP te verbeteren. Daarbij gaat het onder meer om een het verhelderen van de rolverdeling tussen de gebiedscommissies en de provincie en om het beschikbaar stellen van provinciale formatie.  

2.1.1 Gedragen Landbouwvisie, waarin helder wordt aangegeven hoe de provincie de transitie van de sector  wil ondersteunen

2.1.2 Regiodeal FoodValley: met aandacht voor circulaire landbouw, gezonde leefomgeving en een agenda gezondheid-voedsel-slimme technologie

2.1.3 Regiodeal Groene Hart : met aandacht voor klimaat, bodemdaling, biodiversiteit, landbouw, water, landschap

2.1.4 Zichtbare dialoog over de verbinding stad-land met jonge ondernemers (over voedsel, zorg, beleving, bedoeld om ketens te verkorten en nieuwe verdienmodellen te laten ontstaan)

2.1.5  Een aanpak en strategie voor vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen

2.2 Natuur
De provincie is verantwoordelijk voor het natuurbeleid, waarvan de opgave is vastgelegd in de wet natuurbescherming. Dit is uitgewerkt in de provinciale natuurvisie en de realisatiestrategie natuur. Daarin is onder andere opgenomen dat de  provincie verantwoordelijk is voor het realiseren van nationaal natuur netwerk en het treffen van maatregelen voor de instandhouding van beschermde soorten (biodiversiteit) Hiermee voldoen we ook aan de internationale verplichtingen uit de Vogel- en Habitatrichtlijn.

De provincie is door besluit van de minister op 7 maart jl. met terugwerkend kracht per 1 januari 2018 verantwoordelijk geworden voor de bestrijding van een aantal invasieve uitheemse dier- en plantensoorten. De aanpak van deze soorten heeft prioriteit omdat langer wachten effectieve beheersing complexer maakt. Daarom stellen wij dit jaar samen met onze stakeholders een uitvoeringsprogramma op en gaan wij aan de slag met uitvoering deze nieuwe taak.

2.2.1 De uitvoering van de natuuropgave ligt op schema en deze wordt met een financieel sluitende meerjarenplanning overgedragen

2.2.2 Het (agrarisch) natuurbeheer krijgt een kwaliteitsimpuls, in het bijzonder door het nemen van maatregelen in de natuurparels en het weidevogelbeheer.    

2.2.3 Aan de slag met de aanpak invasieve exoten, daarvoor wordt een uitvoeringsprogramma opgesteld

  1. Bodem, Water en Milieu

3.1. Gezonde leefomgeving/Healthy Urban Living
Als deze metropoolregio met zijn krachtige gezondheidseconomie ook in 2050 nog een levend voorbeeld wil zijn van ‘healthy urban living’, zal er naast groei van economie, mobiliteit en woningen ook een robuuste groene ambitie moeten zijn die deze regio allure geeft. Bovendien zal de lucht gezond moeten zijn. Slimme oplossingen zijn nodig.

3.1.1 Het Ringpark wordt bovenregionaal/nationaal gepositioneerd als concept om de groei van de stedelijke regio te verbinden met de groen omgeving (mede gedragen door ministeries LNV en BZK).  Er wordt een aanzet gegeven tot een Ringpark-pact. In dit Ringpark-pact worden de gedeelde ambitie en inzet van partners vastgelegd, waaronder inzet vanuit de bestaande provinciale programma’s zoals gezonde leefomgeving en energietransitie. Matchmaking wordt als nieuwe manier van samenwerken ingezet bij bestaande programma’s/projecten

3.1.2 Levende en levendige Samenwerkingsagenda Gezonde Lucht (PU als initiator van het netwerk en een aantal zichtbare netwerkactiviteiten)

3.1.3 Zichtbare aanjaagfunctie van provincie op slimme oplossingen voor een gezonde leefomgeving

  1. Economie en Energie

4.1. Energie
Provincie neemt interbestuurlijk zijn verantwoordelijkheid voor het beperken van de klimaatverandering door bij te dragen aan realisatie  van de energieopgave in deze provincie. In het kader van het klimaatakkoord (waarover nu onderhandeld wordt) zal duidelijk worden hoe groot die opgave is.  Het Rijk verwacht van de provincie een regisseursrol in deze decentrale opgave

4.1.1 Interbestuurlijk gedragen doorvertaling van het klimaatakkoord naar de regio’s, in de vorm van een regionale energiestrategie

4.1.2 Omschakeling naar aardgasloze wijken versnellen (zichtbare inzet kennisteam aardgasloze wijken samen met gemeenten en ter ondersteuning van gemeenten)

4.2 Regionale economie
De Utrechtse metropoolregio scoort qua economische aantrekkelijkheid hoog in (internationale) ranglijsten. Desalniettemin kan de samenwerking en de organisatiekracht in deze regio versterkt worden. Daarnaast zullen we ons moeten inspannen om krachtige punten van ons ‘ecosysteem’ krachtig te houden.

In het kader van het IBP wil de provincie samen met de ministeries van EZK (BZK, I&W, LNV), stad Utrecht, stad Amersfoort, U10 en EBU verkennen hoe we onze regionale agenda maximaal kunnen verbinden met de verschillende rijksagenda’s rond economie, mobiliteit, woningbouw en groen. Uiteraard met inachtneming van opgaven rond klimaat/energie/circulariteit. We willen de economische samenwerking en innovatiekracht zichtbaar en merkbaar versterken.

4.2.1 Interbestuurlijk gedragen voorstel voor doorontwikkeling, bundeling en opschaling van het economisch instrumentarium om de herkenbaarheid en slagkracht te versterken (fondsvorming, business development functie, EBU, OMU, Invest Utrecht e.d. in een ‘ontwikkelmaatschappij’)

4.2.2 Een door PS vastgestelde Ruimtelijk Economische Strategie die samen met partners in de regio (bedrijfsleven, kennisinstellingen, andere overheden, inclusief Vijfheerenlanden) is ontwikkeld.

4.2.3 Uitwerken concrete handelingsperspectieven om de transitie naar een circulaire economie effectief te ondersteunen (passend binnen de rijksbrede aanpak om NL in 2050 circulair te laten zijn). (Keuze ambitieniveau aan nieuw college)

4.2.4 Uitwerken agenda voor ondersteuning van het MKB met speciale aandacht voor de maakindustrie.

  1. Mobiliteit en bereikbaarheid

5.1 Mobiliteit
Mobiliteit is een belangrijke achilleshiel voor onze regionale economie, maar zeker ook voor onze nationale economie (‘draaischijffunctie’). De discussie over de schaalsprong mobiliteit,  die in de Utrechtse regio noodzakelijk is om te zorgen dat het verkeer in en rond de stad Utrecht  ‘ontstopt’ , is onlosmakelijk verbonden met de discussie over economie, woningbouw en groen. In het kader van het MIRT worden interbestuurlijk afspraken hierover gemaakt.

5.1.1 Er is overeenstemming tussen provincie, gemeenten en Rijk over de concretisering van de schaalsprong mobiliteit (mede in relatie tot wonen en werken).

5.1.2 Een door PS vastgesteld geactualiseerd Mobiliteitsprogramma

5.1.3 Er zijn 4 pilots op het gebied van Smart Mobility uitgevoerd. Deze vormen een zichtbare opmaat voor de start van een Uitvoeringsprogramma Smart Mobility.

5.1.4 In het kader van het goede voorbeeld geven zal een aantal bussen binnen de nieuwe vloot bestaan uit ‘zero emissie bussen’ (besluit voor 1/1/19)

5.1.5 Zichtbare uitvoering van het verbeterplan OV-organisatie (strakke sturing op/transparante monitoring van de voortgang van noodzakelijke verbeteracties)

5.1.6 Richtinggevende besluitvorming over de volgende concrete infrastructurele projecten: N233 (rondweg Veenendaal), Rijnbrug, N201 en het verder vervolmaken van de Ring Utrecht (A27/NRU/N230 aansluiting A2)

5.1.7 Realisatie van de kwaliteitsverbetering Regionaal Fietsnetwerk (o.a. Woerden en Veenendaal), aftrap snelfietsroutes Amersfoort-Utrecht/Woerden-Utrecht/Veenendaal-Utrecht en de realisatie van 600 stallingsplekken bij regiostations.

  1. Bestuur en organisatie

6.1 Aanpak georganiseerde ondermijnende criminaliteit
Georganiseerde ondermijnende criminaliteit is een ernstige bedreiging van de democratische rechtstaat. De provincie wil zijn verantwoordelijkheid nemen bij het tegengaan van dit verschijnsel: door actief in het interbestuurlijk netwerk te participeren  van onder meer  gemeenten (burgemeesters), politie, justitie en vele andere instanties, maar ook door onze eigen organisatie weerbaarder te maken. Daarvoor is ook het versterken van de Bibob-functie van belang. Concrete voorbeelden van resultaten in de periode tot aan de verkiezingen, in samenwerking met  o.m. het RIEC:

  • Regionaal ondermijningsbeeld (samenvattende beelden uit de gemeentelijke ondermijningsbeelden
  • Provinciaal ondermijningsbeeld: met het RIEC wordt de kwetsbaarheid van de provinciale organisatie (en de RUD) in beeld gebracht en een start gemaakt met het vergroten van de weerbaarheid.
  • Overzicht kwetsbaarheid recreatieparken in de provincie.
  • Bijdrage versterking geïntegreerd toezicht buitengebied, m.b.t. ondermijning.
  • Bewustwordingsbijeenkomst met o.m. notarissen (vastgoedfraude).
  • Bevorderen van best practices provinciebreed. 
  • Blijvend aandacht vragen voor ondermijning bij burgemeesters
  • Opbouw Bibob-netwerk provinciebreed.

6.1.1 Complementair en ondersteunend aan gemeenten, politie, justitie en andere instellingen draagt de provincie actief bij aan het tegengaan van georganiseerde ondermijnende criminaliteit.

6.2 Digitale overheid
De provincie werkt aan een moderne overheid die gebruik maakt van de mogelijkheden die digitalisering biedt om informatie breed beschikbaar te stellen. Voorwaarde is dat dit gebeurt binnen de regels om de privacy te beschermen.

6.2.1 Stateninformatie wordt als open data beschikbaar gesteld voor de buitenwereld (samen met provincies Zuid Holland en Noord Holland)

6.2.2 Op een aantal terreinen (o.a. erfgoed, luchtkwaliteit, verkeer) worden open data beschikbaar gesteld voor burgers en bedrijven, bijvoorbeeld voor de ontwikkeling van app’s

6.2.3 Een door PS vastgestelde I-visie op de ontwikkeling naar een digitaal middenbestuur (ingebed in de IPO-context)

6.2.4. In het kader van het IBP wordt nadrukkelijk gewerkt aan meer digitale samenwerking en innovatie met Veiligheidsregio's en RUD's om elkaar te ondersteunen bij de overgang naar informatiegestuurd werken, de veiligheid en de duurzaamheid en een digitaal afgestemde inrichting van het gebied. Op 12 december 2018 worden de eerste producten van deze samenwerking in het Provinciehuis gedemonstreerd.

6.3 Bestuur

Voor de grote belangrijke maatschappelijke opgaven, zoals energietransitie, klimaatadaptatie en circulaire economie geeft het Coalitieakkoord 2015-2019 “In verbinding!” al belangrijke aanzetten. De laatste jaren wordt steeds meer duidelijk dat die opgaven spelen op meerdere schaalniveaus en dat oplossingen liggen in een bestuurlijke aanpak in de regio, waarbij meerdere gemeenten en partners moeten worden betrokken. Dit komt “bovenop” de vele wettelijke taken die al naar de gemeenten gedecentraliseerd zijn en die ze vaak ook al in regioverband uitvoeren. Gemeenten zoeken naar oplossingen in de vorm van samenwerking of fusie.

Een visie op regiovorming van de provincie met handelingsperspectieven voor gemeenten en provincie is wenselijk. Waarin vragen worden beantwoord als: Hoe willen we (in dialoog met de gemeenten) dat regiovorming in de provincie Utrecht eruit ziet?  Welke regio’s hebben samenwerkings- en uitvoeringskracht? Welke samenwerkings- of fusievormen kennen we en wanneer zijn deze wel of niet succesvol? Uitgangspunt bij deze visie is dat regiovorming tot stand komt in gesprek met en op basis van de opgaven die gemeenten met elkaar delen. Het moet immers handelingsperspectieven bieden waarbij ook gemeenten inzicht hebben in wat de provincie voor hen kan betekenen. Het gaat om gezamenlijke oplossingen, omdat de opgaven waar we als overheid voor staan om een aanpak vragen waar bestuurlijke schaalgrenzen geen rol dienen te spelen.

6.3.1. Wij verwachten in het eerste kwartaal van 2019 een visie op regiovorming met handelingsperspectieven gereed te hebben.