3. Bodem, water en milieu
Nieuwe ontwikkelingen
Stimuleren rol sanering asbestdaken
In 2024 moeten alle asbestdaken gesaneerd zijn. Om dat doel te halen moet het tempo van sanering omhoog. Naar aanleiding van de evaluatie van de subsidieverordening “Asbest eraf, zonnepanelen erop” hebben wij in oktober 2017 besloten dat er een strategische verkenning moet komen naar onze rol bij het verbod op asbestdaken in 2024. In de commissie MME van 22 november 2017 heeft u naar aanleiding van bovengenoemde evaluatie ons gevraagd welke stappen worden gezet om de doelstelling van 2024 te halen. U heeft daarbij ook gevraagd om aandacht voor de problematiek van asbestdaken bij agrarische bedrijven en daarvoor de samenwerking met LTO te zoeken. In een technische bijeenkomst van de commissie MME op 20 januari 2018 hebben we met u van gedachten gewisseld over de problematiek. Daarbij is nadere uitwerking van onze rol toegezegd.
Met bestaande middelen hebben we daarin al stappen gezet. In onze rol van coördinator voor de uitvoering van milieuwetgeving hebben we al in 2017 een bestuurlijke samenwerkingsafspraak gemaakt met 21 gemeenten in de provincie. We hebben de uitvoering van die afspraak in 2017 vanuit bestaande budgetten kunnen ondersteunen met een bijdrage voor een provinciebrede inventarisatie en voor de oprichting van een Informatieteam Asbestdaken. Het probleem is urgent en om de ambitie te realiseren, moet het tempo van sanering omhoog.
Voor de urgente en noodzakelijke versnelling is in 2018 een bedrag van € 119.000 nodig, dit bedrag is opgenomen in de Voorjaarsnota. Daarmee willen we bijvoorbeeld mogelijk maken dat pilots worden uitgevoerd voor asbestsanering in combinatie met verduurzaming van agrarische bebouwing en voor de aanpak van het complex probleem van asbest-dakleien in woonwijken. We voeren de activiteiten niet zelf uit: we maken mogelijk dat gemeenten de uitvoering versnellen, met het Informatieteam Asbestdaken van Odru en RUD als vliegwiel.
Welke inzet in 2019 en volgende jaren nodig is, hangt af van de bereikte versnelling. We nemen nu aan dat ondersteuning van voorbeeldprojecten en andere aanjaagactiviteiten nodig blijven. We denken daarbij aan ca 5 voorbeeldprojecten á €50.000 per jaar in de periode 2019-2022. Voor de follow-up reserveren we aflopend €5.000 tot 2.000 per jaar. Ook ander activiteiten zijn denkbaar zoals het organiseren en financieren van voorlichtingsbijeenkomsten en overige activiteiten die afhankelijk zijn van initiatieven van partners en marktpartijen. Als 2024 dichterbij komt, moet de rol van het (preventieve) toezicht versterkt worden. Voor de uitvoering is in 2019 €345.000, in 2020 € 395.000, in 2021 € 375.000 en in € 2022 € 170.000 benodigd.
Samenwerkingsagenda Gezonde Lucht
Met de samenwerkingsagenda Gezonde Lucht wordt uitvoering te geven aan het besluit, amendement en moties PS van 5 februari 2018, om er naar te streven uiterlijk in 2030 in de hele provincie Utrecht te voldoen aan de streefwaarden van de World Health Organization en deze streefwaarden in alle programma's als beoordelingscriterium mee te wegen.
De samenwerkingsagenda bevat 11 oplossingsrichtingen die samen met de betrokken partners in 2018, 2019 en 2020 zullen worden uitgewerkt. Het betreft onder meer het installeren en volgen van sensoren en een provincie-brede communicatiecampagne over houtstook.
De proceskosten kunnen betaald worden uit het budget voor het Aanjaagprogramma Gezonde Leefomgeving. Voor uitvoering van de maatregelen is voor 2018 € 185.000 opgenomen in dit hoofdstuk; de extra middelen voor 2019 en 2020 bedragen € 250.000 per jaar.
Impuls verbeteren waterkwaliteit
Provinciale Staten hebben in 2017 twee moties (27 en 56a) aangenomen om een impuls aan het verbeteren van de waterkwaliteit te geven. De uitwerking van de moties is in een stateninformatiesessie op 5 februari 2018 besproken. Dit resulteert in een twee sporen aanpak: (1) een stimulering van de aanpak van de nutrietenproblematiek via waterschapsregelingen en (2) intensivering van de Samenwerkingsagenda Water op het gebied van aanpak van medicijnresten in het oppervlaktewater.
In het eerste spoor krijgen waterschappen een subsidie, waarmee ze hun eigen regeling ten behoeve van agrarische maatregelen kunnen uitbreiden en binnen het tweede spoor worden via de Samenwerkingsagenda Water pilots opgestart om de hoeveelheid medicijnresten in het water te verminderen. Een statenvoorstel voor deze aanpak zal tegelijk met deze kadernota in PS voorliggen.
Voor de uitvoering is € 1.175.000 nodig. Deze middelen zijn niet voorzien in de begroting en omdat het een nieuwe aanpak betreft is er geen ruimte binnen het bestaande programma water. Voor 2018, het opstartjaar, is € 50.000 opgenomen in dit hoofdstuk en voor 2019 € 1.125.000.
Nieuwe investeringen
Binnen dit programma vinden geen nieuwe investeringen plaats.