Beleidsaudit financiën mobiliteitsprogramma

Op 23 april 2018 is de Beleidsaudit financiën mobiliteitsprogramma besproken in PS. Daarbij is afgesproken om in de kadernota te rapporteren over de voortgang van de aanbevelingen en eventuele planning. Onderstaand schema volgt de aanbevelingen zoals opgenomen in de rapport van de beleidsaudit commissie.

Aanbevelingen

Voortgang/planning

Kaderstelling en controle

  1.  

Leg de taakverdeling en financiële spelregels tussen PS en GS op het terrein van de autorisatie van budgetten c.q. kredieten vast in de in 2018 vast te stellen financiële verordening. Maak hierbij gebruik van de model-verordening zoals de VNG die heeft opgesteld voor gemeenten.

De financiële verordening ligt 9 juli ter besluitvorming voor in PS.

  1.  

Zorg er met het oog op de leesbaarheid voor dat documenten herleidbaar zijn naar eerder verstrekte documenten.

In het mobiliteitsprogramma en de begroting 2019 wordt de (meerjarige) verbinding gelegd tussen de opgaven en het budget, onder andere middels een doorontwikkeling van de doelenboom. Het Meerjarig Investeringsplan Mobiliteit en een Meerjarig Onderhoudsplan Mobiliteit. zullen onderdeel gaan uitmaken van de reguliere P&C cyclus.

Mobiliteitsplan 2019-2023

  1.  

Draag GS op om bij het opstellen van een nieuw Mobiliteitsplan ervoor te zorgen, dat helder geformuleerd wordt: de doelen, de subdoelen, hoe deze te realiseren zijn, welke concrete maatregelen en projecten daarvoor noodzakelijk zijn, wat hiervan de kosten zijn.

Het nieuwe mobiliteitsprogramma ligt 9 juli ter besluitvorming voor in PS. Hierin is deze aanbeveling nader uitgewerkt.
Het MIP en het MOP zullen onderdeel gaan uitmaken van de reguliere P&C cyclus.

  1.  

Verzoek GS na vaststelling van het nieuwe Mobiliteitsplan om een uitvoeringsprogramma (per subdoel) op te stellen voor de bestuursperiode, met daarin een (realistische) planning, financiën en prioritering en deze ter kennis te brengen van PS. Geef bij het jaarlijkse besluit tot vaststelling van de begroting concreet aan welke bedragen en kredieten worden geautoriseerd.

Na vaststelling van het mobiliteitsprogramma worden in de 2e helft van 2018 uitvoeringsprogramma’s opgesteld.

Transparantie begroting en jaarrekening

  1.  

Neem bij het opstellen van de begroting de rollen van de gebruikers als maatstaf. Wijzig de complexe financieel-technische systematiek van begroten zo dat de systematiek transparanter en begrijpelijker wordt, zodat het inzicht van PS in de lasten en baten wordt vergroot.

Vanaf de begroting 2019 wordt op basis van de indeling in het mobiliteitsprogramma nadrukkelijker onderscheid worden gemaakt in typen kosten zoals exploitatielasten, investeringen en bijdragen.
Ook gaan wij vanaf de begroting 2019 de financiën en bijbehorende financiële systematiek van voormalig BRU integreren, gebaseerd op de indeling van het mobiliteitsprogramma.

  1.  

Heroverweeg het niveau van de autorisatiefunctie bij de jaarlijkse begroting door niet één totaal bedrag vast te stellen waarbinnen GS bevoegd zijn tot het doen van uitgaven c.a. aangaan van verplichtingen. Maak daarbij duidelijk onderscheid in (jaarlijkse) exploitatielasten en -baten, kredieten, reserves en voorzieningen .

De financiële verordening ligt 9 juli ter besluitvorming voor in PS

Verantwoording besteding budgetten

  1.  

Verzoek GS om in overleg met PS te kiezen voor een duidelijke onderverdeling van de geraamde lasten en baten en koppel deze voor zover relevant aan het Mobiliteitsplan en de daaruit afgeleide doelenboom. Dit onder de voorwaarde dat de ramingen van de onderscheiden taken in totaal herleidbaar zijn naar de programmabegroting Bereikbaarheid als geheel.

In het mobiliteitsprogramma is nadrukkelijk de koppeling gelegd met de bij de begroting 2018 geïntroduceerde doelenboom. Uitgangspunt is om hiermee een meerjarige basis te leggen voor een vanaf de begroting 2019 op te nemen doelenboom in het programma Bereikbaarheid. Na vaststelling van het mobiliteitsprogramma gaan wij zorgen voor een financiële administratie die aansluit bij de nieuwe indeling van het mobiliteitsplan. Dit als basis voor de op te stellen begroting 2019. Hierin wordt onder andere onderscheid gemaakt naar modaliteit.

  1.  

Verzoek GS ervoor zorg te dragen dat de financiële administratie zo is ingericht dat deze beter kan worden voorzien in (ad hoc) informatiebehoefte, zoals verschillende dwarsdoorsnedes op verzoek van PS (bestedingen naar modaliteit, locatie, financiering e.d.).

Het maken van verschillende dwarsdoorsnedes vraagt een nadere doorontwikkeling; over het tijdspad en de mogelijkheden hiervan zullen wij u later dit jaar informeren.

Meerjaren Investeringsplan (MIP)

  1.  

Maak afspraken met GS hoe de besluitvorming rond de beschikbaarstelling van kredieten plaatsvindt en hoe de gevolgen hiervan in de jaarlijkse begroting worden verwerkt.

Bij de kadernota is het MIP gevoegd. Jaarlijks bij kadernota, begroting, najaarsnota en jaarstukken zal worden voorgesteld (door GS) en vastgesteld (door PS) welke mutaties gerealiseerd respectievelijk noodzakelijk zijn ten opzichte van het vastgestelde en bijgestelde MIP.

Actuele stand van zaken Mobiliteitsplan 2014-2019

  1.  

Neem kennis van de financiële stand van zaken van het Mobiliteitsplan 2014-2028 naar de stand per 1 januari 2017 en verzoek GS aan te geven:

  1. wat de actuele stand van zaken is;
  2. welke verplichtingen inmiddels zijn aangegaan;
  3.  welke “vrije ruimte” nog beschikbaar is.

Bij het mobiliteitsprogramma is een (voorlopige) stand van zaken van het oude programma en de reserves opgenomen.

  1.  

Verzoek GS jaarlijks inzicht te verschaffen in de inhoudelijke en financiële voortgang en actuele situatie van het Mobiliteitsplan en het daarop gebaseerde uitvoeringsprogramma, inclusief welke verplichtingen zijn aangegaan, welke "vrije ruimte” er nog beschikbaar is en de stand van en verwachte ontwikkeling in de reserves.

Het verloop hiervan wordt opgenomen in de P&C producten..

Transitie BRU

  1.  

Neem kennis van het Regionaal Uitvoeringsprogramma verkeer en vervoer zoals opgesteld door de BRU en verzoek GS:

  1. aan te geven welke verplichtingen inmiddels zijn aangegaan o.a. met betrekking tot de OV investeringen (bijv. Utrecht CS-Leidsche Rijn);
  2. welke “vrije ruimte” nog beschikbaar is
  3. benut daarbij het bestaande P&C instrumentarium.

In het mobiliteitsprogramma is een stand van zaken van het BRU programma en de hierbij horende reserves opgenomen. Het verloop hiervan zullen wij meenemen in de P&C cyclus.

  1.  

Verzoek GS om nà 2019 een verslag op te stellen waarin wordt aangegeven op welke wijze is voldaan aan de gemaakte afspraken bij de overdracht van het BRU en waaraan de provincie de bedragen voor wegen en OV-infra heeft uitgegeven. Breng dit verslag ter kennis van de U-10 gemeenten en PS.

Parallel aan het proces van jaarrekening 2019 zal een verslag worden opgesteld over de realisatie van de gemaakte afspraken bij de overdracht van de verkeer en vervoertaken van BRU aan de provincie.

Financiële dekking

  1.  

Verzoek GS een realistisch overzicht van de te verwachte dekkingsmiddelen voor het Mobiliteitsplan op te stellen in relatie tot de verwachte uitgaven en verplichtingen en laat het verband zien tussen dit facetbeleid en de meerjarenraming van de provincie. Actualiseer dit overzicht jaarlijks en breng dit ter kennis te brengen van PS .

In het mobiliteitsprogramma is een overzicht opgenomen van de te verwachten dekkingsmiddelen en verwachte uitgaven en verplichtingen. Dit overzicht vormt de basis voor de op te stellen begrotingen van het programma Bereikbaarheid voor de periode 2019-2023, met een doorkijk naar de periode daarna.

Sturing en uitvoering

  1.  

Verzoek GS de financiële functie binnen de provinciale organisatie te verstevigen o.a.

  1. door de concerncontroller te herpositioneren in de directieraad;
  2. de afdeling financiën waar nodig te verstevigen

In het kader van de organisatieontwikkeling wordt onderzoek gedaan inzake de versteviging van de afdeling financiën.

  1.  

Overweeg als PS om GS te verzoeken te onderzoeken wat de voor- en nadelen zijn om de taken op het terrein van Openbaar vervoer (U-OV, streekvervoer, Uithoflijn e.d.) (intern) te verzelfstandigen. Vooruitlopend hierop GS te verzoeken een apart programma in de begroting op te nemen voor deze taken.

Op dit moment zullen wij geen onderzoek starten naar een interne verzelfstandiging. Dit is in lijn met de BRU transitieafspraken, waarin is opgenomen om pas na uitvoering van de huidige traminfraprojecten besluiten te nemen over de toekomstige positie (c.q. eventuele verzelfstandiging) van het trambedrijf. Gezien de majeure opgave waarvoor we momenteel met het openbaar vervoer staan, verdient komende jaren de uitvoering van de grote projecten en consequenties voor beheer, onderhoud en exploitatie de volle aandacht. Een apart programma voor openbaar vervoer in de begroting is wat betreft ons niet noodzakelijk. In deze kadernota wordt voorgesteld om met een subprogramma openbaar vervoer te gaan werken als pilot.