Kader Doel- en decentralisatieuitkering

Indexering vastgeklikte middelen voormalige decentralisatie-uitkering Verkeer en Vervoer
In de meicirculaire 2017 zijn vier voormalige doel- en decentralisatie-uitkeringen opgenomen in de algemene uitkering provinciefonds (te weten; natuur, verkeer en vervoer, BRZO en luchthavens). Dit op grond van het advies van Commissie Aanpak Verdeelvraagstukken Provinciefonds (Jansen), om het verdeelmodel provinciefonds te vereenvoudigen en transparanter te maken. In de primitieve begroting 2018 zijn deze voormalige uitkeringen meerjarig ‘vastgeklikt’ voor het absolute bedrag, zoals vermeld in de meicirculaire 2017. In de periodieke Statenbrieven over de circulaires provinciefonds zijn deze middelen (vanaf de meicirculaire 2017) als ‘geoormerkt’ weergegeven in de algemene uitkering provinciefonds.

  • Gelet op de verwachting dat er in de toekomst meer decentralisatie-uitkeringen worden opgenomen in de algemene uitkering provinciefonds, is het noodzakelijk generieke afspraken te maken over hoe de provincie Utrecht hiermee omgaat. Hiervoor is het kader ‘‘doel- en decentralisatie-uitkeringen via de algemene uitkering provinciefonds’’ opgesteld (onderstaand).

Doel- en decentralisatie-uitkeringen worden als baten op onze programma's verantwoord. Wanneer een dergelijke uitkering wordt toegevoegd aan de algemene uitkering provinciefonds, dan vallen deze baten weg van het programma. Om deze middelen voor het programma beschikbaar te houden, is in het kader de regel gesteld dat de provincie Utrecht de absolute hoogte van een voormalige doel- of decentralisatie-uitkering uitkering vastklikt en oormerkt binnen de algemene uitkering provinciefonds, waaraan de oorspronkelijke doel- of decentralisatie-uitkering is toegevoegd (in lijn met de verwerkingswijze in de primitieve begroting 2018).
Bijzonder aandachtspunt betreft loon- en prijscompensatie over de vastgeklikte middelen. Het kader stelt dat loon- en prijscompensatie alleen wordt toegekend, voor zo ver hiervan bij de voormalige doel- of decentralisatie-uitkering ook sprake was (anders zou er sprake zijn van een bezuinigingsopgave voor het programma). Het percentage aan loon- en prijscompensatie dat wordt toegekend betreft (conform onze Kadernota begrotingen 2015-2019) het percentage voor overheidsconsumptie uit de prognoses CPB CEP.

Kader doel- en decentralisatie-uitkeringen via de algemene uitkering provinciefonds
Wanneer een doel- of decentralisatie-uitkering wordt toegevoegd aan de Algemene Uitkering provinciefonds:

  1. Wordt de absolute hoogte van deze uitkering ‘vastgeklikt’ en blijft hierdoor beschikbaar binnen het programma, waarbij het structurele deel in de meerjarenbegroting wordt doorgetrokken tot het einde van de lopende collegeperiode (en op ieder ander moment dat hiervoor aanleiding geeft).
  2. Deze middelen worden geoormerkt binnen de Algemene Uitkering provinciefonds (waaraan de oorspronkelijke doel- of decentralisatie-uitkering is toegevoegd).
  3. Over de resterende jaren tot het einde van de collegeperiode wordt loon- en prijscompensatie over de vastgeklikte middelen toegekend, voor zo ver hiervan bij de doel- of decentralisatie-uitkering ook sprake was. Het percentage aan loon- en prijscompensatie dat wordt toegekend betreft - conform onze Kadernota begrotingen - het percentage voor overheidsconsumptie uit de prognoses CPB CEP.
  4. Na afloop van de betreffende collegeperiode (en op ieder ander moment dat hiervoor aanleiding geeft) is het aan PS om te bepalen of en zo ja voor welke bedragen de voormalige doel- en decentralisatie-uitkeringen voor dat doel ingezet blijven worden en geoormerkt blijven in de Algemene Uitkering provinciefonds.

Indexering vastgeklikte middelen voormalige decentralisatie-uitkering Verkeer en Vervoer

Over de voormalige decentralisatie-uitkering verkeer en vervoer werd jaarlijks loon- en prijscompensatie toegekend. Loon- en prijscompensatie over deze vastgeklikte middelen (€ 130 mln.) zal (bij vaststelling van het kader) voor de eerste keer worden toegekend in de primitieve begroting 2019.
In lijn met onze andere indexeringsvraagstukken zal deze indexering ten laste van de stelpost ‘‘loon- en prijscompensatie’’ worden gebracht. Gelet op de omvang van de vastgeklikte middelen Verkeer en Vervoer is de stelpost op dit moment niet toereikend om hieruit loon- en prijscompensatie over deze middelen te kunnen toekennen. Daarom wordt in deze Kadernota voorgesteld om de stelpost loon- en prijscompensatie met € 2,275 mln. structureel en cumulatief te verhogen (1,75% rekenpercentage x € 130 mln.).